Op 12 januari 2007 trok ik in een huisje aan de N61, ter hoogte van IJzendijke. Het is eigendom van Rijkswaterstaat en wordt, tot het plaats zal maken voor de Rijksweg, beheerd door de Huis Oppas Dienst. Het huis stelt niet veel voor en de ligging aan de weg maakt het maar een drukke plek, mijn huis in de stad is rustiger gelegen. Ik was echter toe aan een tuin en om dit huis lag er een op mij te wachten. Jarenlang was er met veel liefde in getuinierd, hoewel alweer een aantal jaar geleden. Ik besloot me erover te ontfermen en ik zag een taak voor me; het begeleiden van de transformatie van tuin tot weg.
Middenin de winter begon ik te tuinieren: wieden, snoeien, afrasteringen verwijderen en paadjes, bedden en composthopen maken. Lucht en ruimte, klare lijnen in de tuin brengen om aansluiting te vinden op het omringende landschap en opnieuw leven in de tuin toe te laten. In de verschillende fases voor mijn komst had de tuin zich langzamerhand afgekeerd van de realiteit en was een eigen leven gaan leiden; een groen bastion tegen het oprukkende verkeer. De winter is echter niet een goede tijd om in een onbekende tuin van start te gaan, in het voorjaar bleek ik allerlei planten verkeerd benaderd te hebben. Wie weet hoeveel ik heb weg geschoffeld met mijn grondige aanpak?
Ik weet niet wanneer ik, met een opzegtermijn van twee weken, weg zal moeten en ga er maar vanuit dat het wellicht wel ergens in 2010 kan zijn. Omdat de tuin binnen afzienbare tijd zal verdwijnen denk ik alle ruimte te hebben om te experimenteren.Voor de beheerder was echter de grens al bereikt toen ik een kastanjeboom had omgezaagd, sindsdien moet ik overleggen voordat ik tot daden mag overgaan. Het leven benemen van een organisme, dat misschien al dertig jaar z'n best deed tegen de wind en verdrukking in te groeien, was zeer indrukwekkend. Ik koos voor de tuin omdat ik samenhang zag; die kastanjeboom was niet op z'n plek en bleek achteraf ook ziek vanbinnen. Op weg om beweging in de tuin te brengen ga ik intuïtief te werk. Zal het mij lukken om in overleg te treden voordat ik weer iets van belang heb weggehaald?
Een tuin is een intermediair tussen huis en landschap, tussen mens en natuur. De mens gaat erin een dialoog aan met de natuur en geeft vorm aan z'n geestelijk landschap. Iedere tuin is een weg in de fantasie, een ontdekkingsreis langs vele vormen van leven en naar de grenzen van je persoon. Door te tuinieren leer je verbanden zien. Mijn tuin is niet een statisch beeld dat nagevolgd wordt uit een boek of catalogus maar een experiment; een heerlijke reis in het innerlijke landschap. Omdat er een huis in de tuin staat wordt mijn aanwezigheid en betrokkenheid groter. Ik werk en leef in de tuin en breng mijn kunstenaarschap binnen. Door de wisselwerking tussen tuinieren en kunst maken komen beiden in versnelling.
Ik wil de tuin afbouwen en mobiliteit inbrengen. Niets moet blijven zoals het is. Alles groeit en is in beweging. Toch zoek je naar een plaats van de dingen in het geheel. Niet om te conserveren maar om het verband te transformeren in kennis over de samenhang van alles en hoe dit ons beweegt. Ik ben op zoek naar harmonie in de gemeenschap van planten maar ondertussen leer ik veel over welke plaats ikzelf inneem en groei in het geheel. De tuin ís de weg!